Huizen van Geluid
Wonen in muziek: helaas, dat kan niet. Want van octaven bouw je geen muren, van tertsen giet je geen vloeren en van tremolo’s trek je geen ramen. Architecten laten zich inspireren door composities, maar het lukt ze nooit om Schubert en Stockhausen in hun ontwerp te laten stollen. |
Een bouwsel kan wel een omhulling zijn voor muziek. Dus the next best thing is het integreren van beide, en wel zo dat het huis de klankkast is geworden. Je woont dan in trillende lucht die wordt begrensd door de buitenmuren. Het maakt niet uit in welke kamer je zit en op welke verdieping; je bent één met de klanken om je heen. |
Al in 1926 leek zoiets praktisch haalbaar – voor wie niet opzag tegen een flinke verbouwing. Het Amerikaanse blad Science and Invention toonde hoe dat moest. Met een luidspreker van zeven meter lang op zolder en roosters in alle vloeren en wanden. En een extra speaker op de heteluchtverwarming in de kelder, zodat het geluid ook nog via de luchtkanalen door het huis stroomt. Maar heeft dit ook gewerkt? Door al dat hakwerk is van het huis een onleefbare galmkast gemaakt, en wat er nog over is van de architectuur zit de akoestiek nog steeds in de weg. |
Het probleem was natuurlijk de gebrekkige techniek. Die was veel te plomp en grof om rekening te houden met de woning. Dat is nu totaal anders. Alles is tegenwoordig draadloos en van afstand te bedienen, luidsprekers passen in de palm van een hand, de muziek klinkt levensecht en is onzichtbaar aanwezig. |
En kijk, als vanzelf verdwijnt het plafond, lijken de wanden transparant; wordt de hele architectuur van het huis ondergeschikt aan die van de muziek. Althans, dat is de ideale voorstelling. Dat heeft de maker van de artist impression hiernaast goed begrepen. Maar huizen hebben in werkelijkheid nog altijd muren, daken en deuren. Als ook die laatste hobbel is weggenomen, zullen we we dan werkelijk in muziek en andere mooie geluiden leven? |